Tuesday, September 23, 2014

Voorgestelde opvolger VAR maakt opdrachtgever medeaansprakelijk

Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft gisteren zijn langverwachte wetsvoorstel naar de Tweede kamer gestuurd, die de zogenaamde Verklaring ArbeidsRelatie (VAR) moet gaan vervangen. De wet genaamd Wet invoering Beschikking Geen Loonheffing (BGL) moet handhaving van het onderscheid tussen een dienstverband en ondernemerschap door de Belastingdienst beter mogelijk maken.

Huidige situatie
Bij de VAR vraagt een ZZP-er vooraf een oordeel van de belastingdienst of zijn inkomen wel of niet wordt beoordeeld als loon. De opdrachtgever is bij deze aanvraag niet betrokken en ondervindt ook geen gevolgen als achteraf blijkt dat toch sprake was van een dienstbetrekking. De financiële consequenties komen dan dus volledig voor rekening van de ZZP-er. Voor ZZP-ers is de VAR vaak vereist om opdrachten te kunnen werven. Dit werkt schijnconstructies in de hand, waarbij arbeidskrachten op papier zelfstandig werken, maar in de praktijk een dienstbetrekking vervullen.

Overgangsregeling
De huidige regeling met VAR verklaringen blijft bestaan tot de nieuwe wet van kracht is. 
VAR verklaringen over 2014 blijven ook in 2015 van kracht. Ook kan voor het restant van 2014 en voor 2015 nog een VAR verklaring worden aangevraagd, maar die vervalt zodra de nieuwe wet van kracht is. Dan kan voor het restant van 2015 een BGL worden aangevraagd.

BGL
Bij de BGL worden zowel opdrachtgever als opdrachtnemer verantwoordelijk voor de vraag of sprake is van een dienstbetrekking. Dit maakt het mogelijk om zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer aansprakelijk te stellen mocht de Belastingdienst achteraf tot een ander oordeel komen.
De BGL leidt er naar verwachting toe dat er veel meer gewerkt gaat worden via detachering en uitzendkrachten. Enerzijds kan dat komen doordat in lijn met de opzet van de wet schijnconstructies effectiever worden bestreden, maar anderzijds bestaat de vrees dat bedrijven ten onrechte risico's zullen willen vermijden ook zonder dat er sprake is van schijnconstructies.
Webmodule

De BGL dient digitaal te worden aangevraagd via een webmodule waar men al twee jaar mee bezig is. De ZZP-er vult de aanvraag in, waarna er wel of geen BGL ontstaat. In die beschikking staat onder welke omstandigheden de opdracht wordt uitgevoerd. 
Een opdrachtgever kan de verklaring controleren voor hij de opdracht verstrekt en aangeven dat deze wat hem betreft juist is ingevuld. Is zijn verklaring correct, dan wordt de opdrachtgever gevrijwaard van aanspraken door de Belastingdienst achteraf.
Voor de ZZP-er biedt de wet echter geen zekerheid. Die blijft net als nu altijd aansprakelijk als de Belastingdienst achteraf tot een ander oordeel komt, zelfs als de ZZP-er de BGL aanvraag naar waarheid heeft ingevuld.

Wednesday, September 10, 2014

PBL rapport toont onbegrip

Gisteren heeft het PlanBureau voor de Leefomgeving (PBL) een rapport gepubliceerd over het Nederlandse klimaatbeleid.
Voor wie het rapport niet wil lezen hieronder een samenvatting van de samenvatting:
Energietransitie vraagt voorbereidingstijd
Met het Energieakkoord is onder meer het beleid voor hernieuwbare energie in Nederland tot 2023 geconcretiseerd. Een meer geleidelijke realisatie van de doelstelling van 16 procent - in 2023 in plaats van 2020, zoals vastgelegd in het Regeerakkoord - heeft een flinke lastenverlichting met zich meegebracht. Dit laat ook zien dat voor een kosteneffectief transitiepad veel tijd nodig is.
Tempo van introductie hernieuwbare energie moet nog flink omhoog
De ambitie om in 2050 een vermindering van de broeikasgasemissies met ten minste 80 procent te realiseren vraagt een inzet van hernieuwbare enerbronnen van 35-80 procent. (...) Extrapolatie van het benodigde tempo tot 2020/2023 zou voor Nederland uitkomen op 30 - 35 procent hernieuwbare energie in 2050.
Doorzetten als het moeilijk wordt
Een transitieproces gaat niet altijd van een leien dakje. Dit is nu duidelijk zichtbaar in de elektriciteitsmarkt. Het is van belang het beleid tijdig bij te sturen, juist om de gewenste richting naar vergroening vast te kunnen houden.
Wat nu nog innovatief is, moet het beeld van 2050 bepalen
Tot 2050 moeten technologieën voor schone energie (...) in een stevig tempo worden geïntroduceerd. Hiervoor is het nodig een flink aantal nog nauwelijks (...) toegepaste innovaties voortvarend te ontwikkelen tot marktrijpe opties.
Meer langjarige beleidstrajecten nodig om innovatie in praktijk te brengen
Het Energieakkoord geeft slechts beperkt extra impulsen aan innovatieve opties. Voor (...) vermindering van broeikasgasemissies in Nederland met 80-95 procent in 2050 is het daarom des te belangrijker te werken aan de invulling van concrete, op innovaties gerichte activiteiten, zoals demonstratieprojecten en ondersteuning in de eerste fase van toepassing.
Uit de samenvatting komt prominent naar voren: we zijn bezig met innovatiebeleid. En dat beleid is er op gericht in 2050 bepaalde doelstellingen te halen. Waar gaat het rapport nu de mist in (en ook het Nederlandse en Europese energiebeleid)?
Het beleid is erop gericht om stap voor stap volgens een lineair traject tussen nu en 2050 de doelstellingen te halen. Er zijn 3 redenen waarom dat geen verstandige route is:
1. Innovatie verloopt niet lineair
2. Investeringen hebben een beperkte levensduur
3. Grote onzekerheid vraagt om voorzichtigheid

Innovatie verloopt niet lineair
Voor iederen die weet hoe innovaties werken zal dat geen verrassende uitspraak zijn. Goede innovaties kunnen snel hun weg vinden in de maatschappij, mits ze marktrijp zijn. Adaptatie van nieuwe technieken vertoont dus vaak een fase van exponentiële groei. Het huidige beleid is sterk gericht op stimulering van toepassing van technieken die nog niet marktrijp zijn. Dat is gewoon dom. Het wordt tijd dat de overheid zich laat informeren over hoe innovaties werken en hoe Nederland het beste de introductie van innovatieve technieken kan stimuleren. Het beleid richt zich er nu op om elk jaar bijvoorbeeld een percentage duurzame energie te realiseren. Het zou veel verstandiger zijn om in te zetten op een innovatietraject en pas zodra technieken marktrijp zijn in te zetten op exponentiële groei.
Investeringen hebben een beperkte levensduur
De overheid wil jaarlijks het aandeel duurzame energie verhogen tot 2050. Dus worden er nu al miljarden geïnvesteerd in onrendabele energieopwekking. Maar die investeringen zijn in 2050 allang afgeschreven. Als we uitgaan van een levensduur van 20 jaar moeten we pas vanaf 2030 op grote schaal inzetten op vervanging van fossiele energie door duurzame energie om de doelstelling voor 2050 te halen. Dit idee zien we terug bij de uitwerking van het Energieakkoord in de Duurzame brandstofvisie voor de transportsector. Daar wordt gemeld dat vanaf 2035 (levensduur van 15 jaar voor transportmiddelen) voor 100% moet worden ingezet op gebruik van voertuigen die zonder netto CO2-emissie kunnen rijden, wil men de doelstelling om in 2050 volledig nul-emissie te kunnen rijden halen. Tegelijkertijd is er geen pleidooi om nu al een evenredig deel nul-emissievoertuigen op de markt te gaan zetten.
Grote onzekerheid vraagt om voorzichtigheid
Nog een quote:
De doelstelligen voor het klimaatbeleid vinden hun basis in de afspraak tussen alle landen om de mondiale temperatuurstijging onder de 2 C te houden. Deze afspraak is vertaald in de vermindering van de mondiale uitstoot van broeikasgassen, met circa 50 procent in 2050 ten opzichte van 1990. Het gaat hierbij om zodanig complexe materie, met zulke grote onzekerheden, dat een dergelijk emissieniveau geen zekerheden biedt maar wel een redelijke kans oplevert dat de temperatuurstijging onder de afgesproken 2 C blijft.
De grote onzekerheden dwingen ons tot een beleid wat tussentijds bijgestuurd kan worden. Als er meer gedaan moet worden, maar ook als blijkt dat het beleid niet rendabel is. Er lijkt nu nog weinig aan de hand, laten we eerst meer zekerheid krijgen voor we op grote schaal gaan investeren.
Een andere onzekerheid, die minstens zo belangrijk is, is de onzekerheid of andere landen ook mee gaan doen aan het reduceren van emissies. Het lijkt er op dat de grootste vervuilers niet mee gaan doen. Als die vrees bewerkelijkheid wordt, zal ons beleid aangepast moeten worden en zullen we ons moeten richte op adaptatie in plaats van emissiereductie.

Het wordt tijd dat de overheid inziet dat we vooral bezig zijn met innovatiebeleid en dat dat een hele andere aanpak vergt dan een energietransitie met concrete korte termijn doelstellingen. Zo'n transitie is onvermijdelijk, maar nu is het er nog te vroeg voor.

Monday, September 8, 2014

Zorgelijke ontwikkelingen in de zorg

De vakbond Abvakabo FNV komt in actie tegen de bezuinigingen van het kabinet in de zorg. Aanleiding is dat hierdoor nog eens tienduizenden mensen in de zorg hun baan verliezen.Volgens cijfers van de staatssecretaris hebben eerder al 40.000 mensen hun baan in de langdurige zorg en jeugdzorg verloren. Daarbij moeten volgens de FNV ook nog eens tienduizenden worden geteld van wie tijdelijke contracten niet zijn verlengd.

De regering wil meer dan 3 miljard euro bezuinigen op met name de langdurige zorg. Dit zou mogelijk zijn door mensen meer voor elkaar te laten zorgen (participatiemaatschappij) en door werk efficiënter te organiseren. De zorg is echter niet opeens minder nodig. De FNV en patientenorganisaties vinden de verwachtte efficiencyverbeteringen echter niet realistisch.

Als gevolg zullen tienduizenden mensen niet de zorg gaan krijgen die ze nodig hebben. We zien bij de wachtlijsten voor verzorgingshuizen dat er desnoods bureaucratische trucs worden verzonnen om mensen niet de zorg te geven die ze nodig hebben en zo de beoogde besparingen te realiseren. Dat er zo mensen onnodig overlijden om geld te besparen lijkt de politiek nog geen zorgen te baren.

Wenswachtende: levensgevaarlijke bureaucratische truc

Na mijn eerdere blogpost waarin ik uitleg wat het begrip 'wenswachtende' precies betekent nu tijd voor mijn mening.

Bureaucratische truc
Het hanteren van de term wenswachtende is gewoon een bureaucratische truc: het lijkt nu alsof er geen wachtlijsten zijn, terwijl duizenden mensen wachten op zorg. Hierdoor krijgen zorgvragers niet de zorg die ze nodig hebben en waar ze eigenlijk recht op hebben. Mensen wachten onnodig op zorg, omdat ze niet worden geïnformeerd over de vraag hoe ze daar voor in aanmerking kunnen komen.

Levensgevaarlijk
Dat wachten op zorg is echter levensgevaarlijk: deze mensen hebben zorg nodig. Het niet krijgen van zorg kan leiden tot ernstige medische problemen, of zelfs onnodige sterfgevallen. Dit kan en mag zo niet doorgaan.

Wacht niet
Als u ook wacht op zorg: neem dan contact op met de instelling waarbij u zich heeft ingeschreven en laat u niet afschepen als wenswachtende.

Lees ook: Zorgelijke ontwikkelingen in de zorg

Sunday, September 7, 2014

Wenswachtende

Een wenswachtende is een zorgvrager die recht heeft op zorg, maar een specifieke wens heeft aangegeven. Bijvoorbeeld de wens tot opname in een specifiek verpleeghuis of verzorgingshuis. Door het aangeven van een wens valt men buiten de definitie van de term 'actief wachtende'. Dit is de andere categorie die voorrang krijgt op zorg ten opzichte van de wenswachtende. Een actief wachtende heeft dezelfde zorgindicatie als een wenswachtende, maar heeft geen voorkeur aangegeven.
Het blijkt dat veel zorgvragers zelf niet weten dat ze wenswachtende zijn en zich niet bewust zijn van het feit dat ze daar door langer moeten wachten op zorg. Door een uitzending van het programma Nieuwsuur heeft het begrip meer bekendheid gekregen.
Het lijkt paradoxaal dat er lege kamers zijn in verzorgingshuizen, terwijl er tegelijkertijd veel mensen wachten op de zorg die zij nodig hebben. Officieel zijn er echter geen wachtlijsten, omdat de overheid alleen kijkt naar de actief wachtenden. Die krijgen allemaal snel de zorg waar ze recht op hebben.
Op zich lijkt het geen slechte regeling dat mensen met de hoogste urgentie eerder een plek krijgen dan mensen met specifieke wensen. Doordat mensen die zorg nodig hebben er niet op worden gewezen dat ze wenswachtende zijn en dat het aangeven van specifieke wensen er toe leidt dat zij langer op zorg moeten wachten, staan zij echter onnodig op de wachtlijst.
Het probleem lijkt dan ook vooral het gevolg te zijn van slechte communicatie naar de wachtenden.

Opening post

This blog is for random content. I created two blogs about new developments in the automotive industry: one in Dutch and one in English. This blog for any article I want to publish that doesn't fit those categories.

Dit blog is voor random content. Ik heb twee blogs gemaakt over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van automotobiliteit; één in het Nederlands en één in het Engels. In dit blog plaats ik artikelen die daar niet in thuis horen.